Appelplaatcake met poedersuiker en kaneel

Iedere oven heeft zijn eigenaardigheden. Mijn oven is aan de rechterachterkant veel warmer dan linksvoor. Dus het is altijd oppassen geblazen als ik een bakplaat met lekkers in de oven zet. Dan moet ik echt niks in de rechterachterhoek op de plaat leggen want dat wordt zwart. Het is dus zaak om je oven goed te leren kennen. Een oventemperatuurmeter is daarbij onmisbaar. Ik bakte deze vierkante appelcake op 170 graden. Maar volgende keer zet ik de oven op 160 want het had iets minder gemogen. Niettemin is hij uitstekend gelukt. Hoelang je zo’n cake in de oven zet is afhankelijk van het formaat van je vorm. Ik gebruik een vierkante springvorm van 30×30 centimeter en heb de cake 45 minuten in de oven gezet. Na 35 minuten ga ik dan prikken met een scherp mes om te kijken of hij al gaar is. Dus als je vorm iets kleiner is en de cake dus hoger dan zal hij er wellicht ietsje langer nodig hebben. Uiteraard kun je ook een ronde springvorm gebruiken.

Een hele fijne appelcake met een laagje kaneel/poedersuiker en die maak je zo:
Roer 175 gram zachte boter met 250 gram suiker en een eetlepel vanillesuiker  tot een romige massa. Klop er één voor één drie eieren door. Daarna zeven we er 200 gram zelfrijzend bakmeel in beetjes tegelijk door. En dat zelfrijzend bakmeel scheppen we er met een lepel door. Dus niet meer kloppen.
Grote appel schillen, in vieren snijden, klokhuis eruit en de partjes in plakjes. Cakemix in de springvorm scheppen (ik doe er bakpapier onder) en de appelplakjes als dakpannen erop. Lepel en beslagkom helemaal schoonlikken en dan kan de cake de oven in.
Na 30/35 minuten met een scherp mesje in prikken en als dat droog blijft is de cake gaar. Als hij nog 5 of 10 minuutjes moet dan kun je de oven ook uitzetten en de cake er gewoon even in laten staan.
Ondertussen meng je drie theelepels poedersuiker met twee theelepels kaneel en als de cake uit de oven komt dan zeef je dat er direct overheen (theezeefje). Dan smelt de suiker een beetje weg in de appel. Minimaal een kwartier laten staan voor je de springvorm losmaakt en eindelijk een stukje mag proeven. Wij aten er vier dagen van en hij was na vier dagen nog even heerlijk.