De aubergine in deze schotel hing ’s ochtends nog aan de plant bij de groenteboerin en hij mocht nog dezelfde dag de pan in. Dat noem ik nog eens vers. Je leest weleens in recepten dat aubergine bitter kan zijn en dan bestrooien ze de plakken eerst met zout en dan na 30 minuten afspelen. Ik vind dat zo’n onzin. Ik proef nooit iets bitters aan een aubergine. Volgens mij hebben ze dat er allang uitgekweekt. Net als bij witlof.
Je kunt met aubergine zo fijn alle kanten op. Rauw eten moet je nooit doen. Dan krijg je last van je inwendige mens. Bij ons ging hij de gehaktsaus in. Dat ging zo:
Snij een aubergine aan kleine blokjes. Doe dat ook met een ui en een knoflookteen. Die laatste mag ook uit de knijper. Smoor de ui, de knoflook en de blokjes aubergine in wat olijfolie. Als dat na een minuut of tien lekker gekleurd is dan gaat er een bouillonblokje (voor een kwart liter bouillon, dus zo’n klein blokje) bij en wat peper. Gewoon zout en peper kan natuurlijk ook. Dan doen we er 300 gram half om half gehakt in en maken dat los en bakken het goed aan. Als laatste doen we er 350 gram passata in en een theelepel sambal.
Terwijl dat fijn staat te sudderen en een beetje in staat te koken schillen en koken we de aardappelen. Daar maken we puree van met wat boter en melk en een stevige lepel scherpe mosterd. Omdat er mosterd in gaat doen we er geen peper en zout bij.
Het gehakt-auberginemengsel gaat in een ingevette ovenschaal. Daaroverheen de mosterdpuree die we bedekken met een laag geraspte kaas.
Terwijl we de wijn vast voorproeven mag de schaal 20/25 minuten in een oven van 200 graden.
Omdat het voor ons met z’n twee wat veel was gebruikten we de helft van de saus. De andere helft komt de volgende dag op tafel maar dan met nog meer lekkers erdoor zoals kastanjechampignons, rode paprika en bonen.
ziet er erg lekker uit, erg nieuwsgierig naar smaak