Rendang

Ja, makkelijk zat om dit Rendang te noemen maar er zijn zo ontzettend veel verschillende recepten voor Rendang dat je wel kunt stellen dat de ene Rendang de andere Rendang niet is. Dus ga nou niet roepen dat het ook anders kan. Het kan inderdaad op zoveel manieren dat ze niet meer te tellen zijn. Feit blijft dat ik af en toe zo’n ontzettende behoefte kan hebben aan Aziatisch/Oosters/Indonesisch/Thais en noem maar op eten dat ik er zelfs van droom.
Het leuke aan deze Rendang vind ik de simpelheid. Het staat binnen de kortste keren te prutten en vervolgens geurt het hele huis zo heerlijk dat je bijna niet kunt wachten tot het klaar is. Dit recept is voor vier personen (kuch) maar wees verstandig en maak wat meer en zorg dat je een portie kunt invriezen.

We beginnen met een boemboe (pasta) te maken in de keukenmachine c.q. in het kleine bakje van de staafmixer.
Een ui in grove stukken, 6 tenen knoflook, een stuk verse gember van zo’n 2 centimeter geraspt, een klein rood pepertje in stukken (of 1 theelepel chilipoeder), 3 theelepels geelwortel (kurkuma), 3 theelepels gemalen koriander, 1 eetlepel kokosmelk.
Maal hier een smeuïge pasta van.
In een braadpan verhitten we wat olie en daarin roeren we een paar hele kruidnagels en een kaneelstokje een beetje rond. Na een minuut doen we er de boemboe bij. Nog een minuutje roerbakken en dan zo’n 700 gram in brokken gesneden runderlappen er in.
Even omscheppen tot het vlees aan alle kanten gekleurd is. Dan kan er meer kokosmelk bij. Ongeveer 500 ml heb je nodig. Lekker laten smoren tot het vlees gaar is. Afhankelijk van de kwaliteit van het vlees is dat tussen de 1 à 2 uur. Uiteraard af en toe roeren.
Tien minuutjes voor het serveren doe je er een theelepel bruine suiker in, wat zout en het sap en een limoen. Heerlijk geurende pandanrijst erbij.