Dat klinkt wel lekker maar eigenlijk zou het een “ik doe maar wat en even kijken wat er nog in huis is” ovenschotel moeten heten. En wat was er dan nog in huis? Aardappelen, kippendijen, witlof en knoflookolijven. Dat is toch een fijne combinatie of niet soms.
De aardappelen snijden we in niet al te grote blokjes maar de witlof en de kip mogen wat grover gesneden zijn. Eerst gaan de aardappelen de oven in. We doen ze in een ovenschaal (want zonder schaal wordt het zo’n rommeltje) en husselen ze om met wat olijfolie, een beetje paprikapoeder (pimenton is ook lekker) en een theelepel gedroogde tijm. De oven gaat op 180 graden en we zetten de schaal in het midden.
Ondertussen worden de stukken kippendij goed ingepeperd en gezouten.
Na 10 minuten scheppen we de aardappelen even om en na nog eens 10 minuten scheppen we er de kippendijen, de olijven en de witlof door. Er mag nog een scheutje olie bij en een klein slokje witte wijn en/of wat citroensap en dan gaat het nog 25 minuten terug de oven in.
Ondertussen nemen we even de dag door en proeven we vast van de wijn die we bij deze schotel drinken. Je snapt wel dat je ook andere kruiden kunt gebruiken. Ras el hanout is lekker en garam masala past ook prima in deze ovenschotel. Je kunt ook kiezen voor zwarte olijven en zelfs gehalveerde kerstomaatjes of fijngesneden rode paprika er halverwege bij is smullen. En staat nog leuk ook.
Eenmaal uit de oven ziet het er zo uit: