Nu niet gelijk roepen dat dit een tip van niks is en dat je dit natuurlijk ALTIJD zo doet en dat je dit al wist. Ook een beetje rekening houden met mensen die minder handig zijn in de keuken en voor wie dit een GOUDEN TIP is.
Want die zijn er en ook die moeten we af en toe een handje helpen. Gehaktballen, groot of soepballetjes, in gelijke stukken verdelen. Dat kan heel belangrijk zijn. Als ik terugdenk aan vroeger thuis (nee, daar gaan wij verder niet over uitweiden) dan zaten er een boel grote jongens om mij heen aan de eettafel. De truc was om onder het bidden alvast je vork op de grootste gehaktbal te richten en op het moment dat we mochten gaan eten, die zo snel mogelijk binnen te halen.
Vandaar dat ik graag zie dat gehaktballen allemaal even groot zijn. Noem het een klein jeugdtraumaatje.
Maak van het gehakt een lange rol (soepballetjes) of vierkante staaf (grote gehaktballen). Snij met een mes de rol c.q. de staaf in even grote stukken. Eerst door de helft. De helften weer door de helft. Enzovoort. De stukken nog even heel snel tot bal rollen en klaar ben je.
Onlangs zag ik Donna Hay op tv en die gebruikte er een cupmaatje voor. Vond ik toch wat veel gedoe eerlijk gezegd. Zelf doe ik het gewoon op het zicht en dat lukt ook hoor :).
Ik doe het ook gewoon op het zicht, maar ik heb wel erg moeten lachen. Tijdens het bidden alvast je vork op de grootste bal richten! Hahaha!
Wij hadden altijd grote moeite met het eerlijk verdelen van de rookworst. Was een recht stuk nou groter of een met een bocht? Bij mijn vriend kreeg z’n vader vroeger altijd het grootste stuk vlees.Bij mij thuis juist de kinderen, omdat die er nog van moeten groeien. Nou, dat groeien is gelukt hoor bij mijn schoonvader; 120 kg bij een lengte van 1 meter 70;-)
Culinette, voor mij is dit absoluut een GOUDEN tip. Ik wil ook graag gelijke ballen. Niet omdat ik bang ben dat de een wat meer krijgt dan de ander, maar omdat het gewoon wat makkelijker bakt en braadt.
Net als mijn voorgangers verdeel ik het gehakt op het zicht. Ter controle weeg ik de hoopjes dan ook nog even in mijn handen. Dan blijkt steeds dat het hoopje in mijn rechterhand zwaarder is dan het hoopje in mijn linkerhand. Ook !!! als ik de hoopjes even van hand verwissel. Hoe kan dat?? Ik weet het niet.
Maar nu komt het allergekste: als ik een appeltaart bak, dan maak ik altijd een vierkante staaf, want ik wil graag 3/4 deeg voor de bodem en 1/4 deeg voor de bovenkant. Die staaf verdeel ik eerst in tweeën en dan een deel weer in tweeën. Dat werkt perfect!
Gek genoeg is het nooit in mijn hoofd op gekomen, omdat ook met het gehakt te doen. Wat ik van nu af aan wel ga doen!
A propos ik maak echt de allerlekkerste appeltaart die je kan bedenken 🙂
Als die appeltaart van jou een beetje anders dan anders is dan mag je altijd het recept insturen. Met foto! Dan plaats ik hem direct. 😉
Ik moet beschaamd toegeven dat het rauwe gehakt hier eerst op de weegschaal gaat. Ballen van een ons wil ik. Niet meer en niet minder. Tja. Iedere gek zijn gebrek. De een een beetje meer dan de ander. Behalve bij de ballen dan.
zo doe ik het ook, afwegen, maar zo’n rol maken, lijkt me ook erg handig.
Zo doe ik het ook al een tijdje. Mijn gehakt is altijd vrij sappig en dan rol ik het eerst op in vershoud folie, zodat het goed egaal kan worden verdeeld over de rol. Daarna op dezelfde manier verdelen en balletjes maken. Bij het draaien van de balletjes handen goed nat houden zodat de buitenkant mooi vlak wordt.