Bisque of Garnalensoep

Deze Bisque of Garnalensoep heb ik twee keer gemaakt. Eerste keer een niet zo grote hoeveelheid en twee uur laten trekken op een laag vuurtje. Direct afgemaakt en gegeten. Het is de soep der soepen. De ultieme soep der soepen. Eenzaam aan de top van alle soep der soepsoepen.
De tweede keer dat ik het maakte verdubbelde ik de hoeveelheid en liet de soep vier uur heel zachtjes trekken en ook een klein beetje inkoken. Je krijgt dan een wat sterker geconcentreerde Bisque. Fijn in porties invriezen en het afmaken doe ik pas als de soep op het menu staat.
Ik geef jullie hier de hoeveelheid voor een 5 literpan. Er blijft hooguit 1,5 tot 2 liter soep over maar je hebt aan het begin die grote pan echt nodig.

Eerst alles snijden en klaarzetten:
Een pond ongepelde steurgarnalen (die zijn roze en al gekookt) en 3 tot 5 ongepelde grote gamba’s/tijgergarnalen (grijs en ongekookt). Hak alle garnalen in twee of drie stukken.
Een ons wortel, een ons prei en een grote ui fijnsnijden. Twee grote tomaten in vieren. Een knoflookteen in stukjes. Verder gaat er in: een eetlepel tomatenpuree, 50 gram rijst, 1 takje tijm, wat peterselie en 2 liter kippenbouillon.

Olie in de pan en alle garnalen fruiten samen met de wortel, prei en de ui. Tomatenpuree erbij en daarna de tomaten, knoflook, rijst, tijm en peterselie.
Bouillon erbij en dan heel zachtjes laten pruttelen met het deksel op de pan en af en toe eens roeren.

Als laatste gaan we de soep door een zeef halen. Schone pan en zeef erop. Soeplepel voor soeplepel erin en goed uitdrukken.
Voor je de soep gaat serveren kun je het nog wat binden met een beurre manié en we gieten er fijn wat room in. Dat mag best een scheut zijn. Laat de soep dan niet meer koken maar wel een paar minuutjes heel zachtjes prutten.
Garneren met wat peterselie, nog een scheutje room en snufje paprikapoeder erop.