Voor de braadpan. Deze keer niet uit de slowcooker.
Zoals iedereen met een slowcooker zo onderhand wel weet is het niet aan te raden om al teveel vocht bij het gerecht in de pan te doen. Dat vocht verdampt niet en met een beetje pech eindig je met een pan soep. Ook lekker maar dat was dan niet de bedoeling. Dus doe je minder vocht bij een gerecht als je de slowcooker gebruikt.
In dit recept was minder vocht geen optie want dan is de smaak anders dus kozen wij voor de braadpan. Er gaat namelijk een heel flesje bier in. Triple van Hertog Jan hadden wij in huis maar je kunt natuurlijk ook een ander bier kiezen. We kozen procureur van een Livar varken en dat is altijd een feest op je bord. Maar schouderkarbonade, klapstuk of stoofvlees kan ook prima.
De hoeveelheden zijn voor 375 gram vlees. Natuurlijk is 350 gram of 400 gram ook goed. Het vlees flink peperen en zouten en daarna goed aanbraden in wat olijfolie en een klont boter. Haal het vlees uit de pan. In dezelfde pan smoren we vervolgens 5 sjalotten die in kwarten gesneden zijn (of 3 kleine uien in grove stukken) en 4 wortelen door de helft en in stukken. Uiteraard doen we er knoflook in en in dit geval 3 tenen. Smoor de hele boel een paar minuten en doe er dan 1,5 theelepel scherpe mosterd bij, 3 laurierblaadjes, 1 eetlepel bruine suiker en een eetlepel tomatenpuree. Even goed roeren en als laatste het flesje bier erin en het vlees er weer bij.
Laat op een zacht pitje minimaal 2 uur sudderen met het deksel op de pan. De saus is dan een beetje ingekookt en wat donkerder geworden. Als je de saus nog dikker wilt dan op het eind nog even het deksel van de pan.
Wij aten het met gebakken aardappelen. De volgende dag aten we de andere helft van het vlees op met aardappelpuree want de hoeveelheid was teveel voor twee personen. Je kunt wat er overblijft uiteraard ook heel goed invriezen. Heerlijk!