Recept: Sambal Goreng Buncis (Pittige boontjes)
De naam Bartje Boemboe zal veel liefhebbers van de Indonesische keuken bekend in de oren klinken. Tenslotte timmert Bart Eijken al een tijdje aan de weg met zijn boemboes. In het boek Bartje Boemboe, Authentieke Indonesische gerechten zoals onze oma’s ze maakten geeft hij, samen met Jojo Keller, veel geheimen uit deze geweldige keuken prijs.
Al eerder was er een, in eigen beheer, uitgegeven kookboekje van Bart. Nu is er een mooie grote hardcover met zeer smakelijke foto’s van de authentieke recepten. Jojo Keller is verwekt in Indonesië en geboren in Nederland. Van haar oma Olly uit Den Haag leerde ze de kneepjes van het kookvak. Bart Eijken is geboren in Makassar en bracht zijn jeugd door op Bali. Toen hij op zichzelf ging wonen en erachter kwam dat de resultaten van zijn kookkunsten en de afhaalmaaltijden uit de toko niet hetzelfde smaakten als bij zijn moeder thuis vroeg hij zijn moeder om haar recepten.
En zo is het allemaal begonnen. Toen Jojo en Bart in 2010 samen aan het eerste kookboekje werkten kwamen ze erachter dat hun oma’s ooit samen in de keuken hadden gestaan. Toeval bestaat niet zeggen ze weleens en wellicht dat in dit geval de oma’s deze twee mensen uiteindelijk in elkaars richting hebben geduwd zodat wij nu over een heel fijn kookboek kunnen beschikken.
Het boek zit heel goed in elkaar. Na het voorwoord, de intro, tips & tricks en nog wat informatiepagina’s volgt een mooi hoofdstuk over ingrediënten. Heel handig om de ingrediënten niet alleen te beschrijven maar ook de foto’s erbij te zien. Bijzonder in dit boek zijn de wijnsuggesties van sommelier Robert Pham. Wijn gaat uitstekend samen met Indonesisch eten maar dan moet je wel de juiste keuze maken.
Recept Sambal Goreng Buncis
Pittige boontjes
250 gram sperziebonen
1 serehstengel
3 salamblaadjes
3 blaadjes juruk purut
1/4 blok santen
1 theelepel asem
olie om te bakken
water (glaasje)
zout naar smaak
Voor de boemboe
2 sjalotten
2 tenen knoflook
1 lombok en 1 rawit
3 cm laos of 1 theelepel poeder
1 theelepel ketumbar
2 theelepels trassi
1 eetlepel gula djawa
Haal de boontjes af en snijd ze doormidden. Schil de sjalotten en de knoflook en snijd ze fijn. Kneus de serehstengel en leg er een knoop in. Maak de sjalotten, knoflook, lombok, rawit, laos, ketumbar, trassi en gula djawa fijn in een tjobeh of foodprocessor, tot je een smeuïge boemboe hebt.
Verhit 2 eetlepels olie in een wok en fruit de boemboe 5 minuten. Voeg de boontjes, sereh, salam, juruk purut, asem, santen en wat water aan de boemboe toe. Goed roeren tot de santen is opgelost. Laat nog 10 minuten zachtjes koken zonder deksel op de pan, anders gaat de santen schiften. Af en toe roeren. Als variatie kun je ook wat garnalen toevoegen.
Bart en Jojo zijn geen fans van de bekende rijsttafel en hebben ervoor gekozen om 10 menu’s in het boek op te nemen. Ieder menu heeft een voorgerecht, een hoofdgerecht met een paar verschillende schotels en een toetje. Ieder menu wordt voorafgegaan door een leuk informatief stuk over een onderwerp dat bij de naam van het menu past. Aan het einde van het boek staan ook nog een hoofdstuk met sambalrecepten en uiteraard een hoofdstuk over de kant-en-klare boemboes van Bartje.
Aangezien er bij het hoofdgerecht meerdere kleine schotels op tafel komen zijn de hoeveelheden daar ook op aangepast. Als je de boontjes hierboven dus alleen met rijst wilt eten en verder niets erbij dan zul je de hoeveelheid moeten aanpassen. Maar het is natuurlijk veel leuker om zo’n menu helemaal te maken en aangezien de recepten vrijwel allemaal prima te maken zijn is er geen reden om dat niet te doen. We zien veel bekende recepten zoals Ikan Pepesa, Sambal Goreng Telor, Babi Ketjap, Ayam Boemboe Bali en verschillende nasischotels. Een heel fijn en goed bruikbaar boek met maar twee minpunten. Het eerste is het voorwoord. Het is begrijpelijk dat je één van je funders het voorwoord laat schrijven maar spreek dan vooraf een maximum aantal woorden af zodat het niet, zoals in dit geval, een te lang en langdradig verhaal wordt. Maar goed, de schrijver geeft in de tweede alinea al het advies snel door te bladeren als je geen trek hebt in deze pagina’s en dat is een uitstekend advies.
Het tweede minpunt is het feit dat het boek op geen enkele manier open blijft liggen tenzij je het met kracht uit zijn verband rukt. En dat is wel jammer bij een mooi kookboek. Maar gelukkig doet dit allemaal niets af aan de mooie en zeer smakelijke inhoud. Wie overigens het recept zoekt van de beroemde Katjangsaus (pindasaus) van Bartje zoekt vergeefs. Dat recept is en blijft geheim.
Deze recensie is eerder verschenen op Hebban.