Ze is een jaar of vijf en ligt languit op de inpaktafel van de supermarkt. Geen zin om mee naar binnen te gaan en dus wachten op mama. Ik zet mijn volle boodschappenkar tegen de inpaktafel en begin alles over te hevelen naar mijn Oma-wagentje met twee wieltjes. “Hoi” zegt ze. “Hallo daar” zeg ik. “Neem jij je wagentje niet mee naar huis?” wil ze weten. “Nee” zeg ik “ik heb toch een eigen wagentje?” Ze gooit haar bovenlichaam over de rand en steekt haar hoofd in het karretje. “Even kijken wat jij allemaal heb.” Ze pakt een zakje sla en laat het snel weer vallen. Van sla moet ze niks hebben blijkbaar. Haar oog valt op een pakje sigaretten en vol verbazing vraagt ze: “Rook jij?” “Soms” zeg ik ineens beschaamd. “Moet je niet doen, is niet goed voor je.” weet ze wijs te vertellen. Haar ogen gaan over de flessen wijn en nu wil ze weten of ik dat allemaal zelf op ga drinken. “Nee, daar krijg ik wel wat hulp bij” zeg ik. Ineens valt haar iets op en met hoge verbaasde stem roept ze: “Jij hebt geen snoepjes !!” “Dat klopt, ik hou niet van snoepjes.” Ze kijkt me vol verbazing aan. Haar hersens draaien op volle toeren en omdat ik inmiddels bijna bij de laatste boodschap ben schiet haar een prima idee te binnen. “Zal ik jouw wagentje wegbrengen?” en heel snel zegt ze “En dan krijg jij het centje terug van mij.” Haar eerste offerte in dit leven, gaat er door mijn hoofd, maar geen goeie offerte. Hier is een levensles op zijn plaats. “Ik heb een beter idee” stel ik voor, “jij brengt mijn wagentje weg en dan mag je ook het centje houden want daar heb je dan tenslotte voor gewerkt.” Ze springt snel van de tafel en klamt haar handen om mijn wagen om dit voordeel vast te houden. Ik loop weg en zwaai nog even naar haar. Terwijl ik de winkel uitstap hoor ik haar gillen: “Maaaaaa, ik mag die mevrouw d’r wagentje wegzetten en ook het centje houden.”
Weer een zakenvrouw geboren denk ik tevreden.
Note: Niet lang hierna ben ik voorgoed gestopt met roken