De supermarkt is en blijft een bron van vermaak ende irritatie. Sta ik bij de kassa en je weet, daar is zo’n schuif die het kassameisje opzij smijt zodat jou boodschappen aan de ene kant naar beneden rollen terwijl de volgende boodschappers hun uitgekozen waren aan de andere kant naar beneden zien zakken. Ik heb betaald en sta dus aan het einde van de band mijn boodschappen weer in mijn wagentje te dumpen. De volgende klanten (echtpaar van rond de zeventig) moeten nog betalen en zien hun boodschappen alvast naar het einde van de band zakken. De mevrouw van het stel voorziet problemen en zegt tegen manlief: “Jan! Jan! Ga jij vast daar staan want anders neemt die mevrouw misschien ook onze boodschappen mee.” Ze praat niet echt zachtjes en zowel het kassameisje (Bianca zegt het speldje) en ik kijken verrast op. Dat je het in je dolle hoofd zou halen om de boodschappen van iemand anders in je wagentje te laden is nieuw voor mij. Wat een idee ! Bezuinigingen van wereldformaat doemen voor mijn ogen op en bijna kan ik de verleiding niet weerstaan om haar verdenking ook direct in daden om te zetten. Maar Jan heeft inmiddels zijn borst opgeblazen en stapt dreigend naar het einde van de band om zijn toekomstige snacks te beschermen.
Ik kijk hem perplex aan en richt mijn totaal verbijsterde blik daarna op mevrouw Jan. “Nou” zegt ze, alvast in de verdediging, “je kunt toch nooit weten?” Ik overweeg een paar akties. Spugen is een optie maar dat heeft mijn moeder al vroeg verboden. Gooien met één van haar eigen kant en klaar maaltijden is een tweede. Ook niet netjes. Verbaal geweld besluit ik. Hier past alleen verbaal geweld. “Mevrouw” zeg ik duidelijk, hard en langzaam. “Mijn interesse in uw boodschappen is nul komma nul. U hebt namelijk geen smaak en totaal geen verstand van koken. U koopt alleen kant en klaar en snacks en iemand zoals ik, die echt verstand van eten heeft kan daar alleen maar om lachen. U bent een culinaire zielepiet.” Vervolgens pak ik met twee handen een zak zoutjes (geen idee wat voor) van haar boodschappen af en druk ze zodanig in Jan zijn handen dat er waarschijnlijk alleen nog kruimels in zitten. “Pak aan Gorilla” zeg ik tegen hem “je vitamientjes van vandaag.”
Op lichte voeten loop ik de winkel uit. Ik heb in geen tijden zo’n leuke dag gehad.
Herfstdip? Wie heeft er een herfstdip? Ikke niet !