Na één week al een tweede druk. En het zal de laatste niet zijn. De documentaire El Bulli – Cooking in Progress, hebben wij ademloos bekeken. Nou ja, af en toe wel even lucht gehapt want het duurt bijna twee uur.
De documentaire volgt het hele proces van restaurant El Bulli en de voorbereidingen op de zes maanden per jaar dat het open was. Eerst alles inpakken en met een groep chef-koks naar het laboratorium. Daar zes maanden creatief aan de slag. Vervolgens weer terug naar het restaurant en daar de rest van het team inwerken en alles op orde brengen voor de zes maanden dat ze open waren.
Een waanzinnig goed gerunde machine. Fascinerend om te zien hoe zo’n enorme ploeg mensen de gasten een menu van 35 gangen voorschotelt. Met koken heeft dit trouwens niets meer van doen. Het is wetenschap en kunst, verpakt in techniek met een strik van creativiteit en een klein beetje gekte.
Mooi zijn de kleine persoonlijke schetsjes van tien sterrenchefs. Hun mening over Ferran Adrià maakt dat je iets meer gaat begrijpen van wat hij deed in El Bulli. Want als amateurkok en nogal nuchter mens (figuurlijk dan hè) is het niet altijd begrijpelijk waarom deze manier van “koken” zo prachtig, geweldig en boeiend is. Maar dat heb ik bij de doorsnee sterrenkeuken toch al een beetje.
De documentaire is geweldig gemaakt. Geen muziek of zeurstem op de achtergrond die zo nodig moet vertellen wat we zelf ook wel kunnen zien. Nee, alleen beelden en gesprekken van de mensen die gefilmd zijn. Een bijzonder moment in de film is wanneer Ferran Adrià bijna ontploft als hij te horen krijgt dat er een laptop gecrasht is. Dat alles op papier staat kan hem niet boeien.
Niemand gelooft dat hij echt voorgoed gestopt is met zijn activiteiten. Iemand die zo bevlogen is komt hoe dan ook terug.
Schitterend boekje erbij met een aantal van “onze” sterrenchefs en een toprecept van een ieder. Alles verpakt in een mooie doos.
Als de kerstman nu nog niet weet wat hij moet geven dan is er geen hoop meer.
Uit het persbericht:
Ferran Adrià wordt gezien als de beste, meest innovatieve en de meest uitzonderlijke chef-kok ter wereld. Restaurant El Bulli is wereldwijd vermaard om zijn meer dan bijzondere bereidingswijze en gerechten.
“Creativiteit betekent: niet kopiëren”, zo luidt het motto van topkok Ferran Adrià. De film onderzoekt wat deze instelling betekent voor hem en zijn team van koks. Zes maanden per jaar is het restaurant gesloten en trekken zij zich terug in Adrià’s kooklaboratorium. In het experimenteerproces wordt ieder ingrediënt, van de eerste ingeving tot het uiteindelijke gerecht, opnieuw bekeken. Welk nieuw gerecht is er te maken met zoete aardappel? Smaak en textuur worden systematisch geanalyseerd: door te koken, roosteren, bakken, stomen – vacuüm zuigen, opbollen, vriesdrogen – en vervolgens te proeven. Het experimenteren wordt serieus genomen: naast alle kookgerei staat een laptop op het aanrecht, om de geslaagde en de mislukte ideeën bij te houden.
En dan is het ineens tijd om het restaurant te heropenen. 35 nieuwe koks worden aan het werk gezet terwijl chef Adrià nog de laatste hand legt aan de nieuwe gerechten, die op de eerste avond al worden geserveerd. Hier wordt besloten welke vulling er in de ravioli moet, welke pasta er desintegreert bij contact met water en waar de ijsblokjes bij moeten: bij de minisinaasappels of de vacuüm champignons in hazelnotenolie. Bij El Bulli gaat het erom dat je iets voelt, iets ervaart. In de woorden van Adrià: “Hoe meer verwarring, hoe beter.”
ISBN/EAN: 978-90-9026270-3 – NUR-code: 441